Preambule
In de Bijlmermeer vindt een grootschalige vernieuwing plaats, die bestaat uit ruimtelijke vernieuwing, sociaal-economische vernieuwing en intensivering van het beheer. In het kader van de ruimtelijke vernieuwing wordt een deel van het woningbezit van Woningstichting Nieuw Amsterdam (NA) gesloopt en een andere deel wordt verbeterd. NA en de Bijlmer Bewonersraad hebben overleg gevoerd over de wijze waarop wordt zorggedragen voor de belangen van huurders van de woningen die bij de vernieuwing zijn betrokken. Dit overleg heeft geresulteerd in de regels en uitgangspunten die zijn neergelegd in dit statuut, waarover NA en de Bijlmer Bewonersraad overeenstemming hebben bereikt.
In het kader van de vernieuwing is het streven van NA er op gericht dat alle huurders worden gehuisvest in passende en betaalbare huurwoningen, die zoveel mogelijk aansluiten bij de individuele wensen van de huurders. Voorts is het streven erop gericht dat huurders uit te slopen flats, met een huurcontract van vóór 1 januari 2000, een passende en betaalbare huurwoning in de Bijlmermeer kunnen betrekken als zij dat wensen.
Artikel 0. Begripsbepalingen
In dit statuut wordt verstaan onder:
- a)
- huurder:
degene die op grond van een huurovereenkomst met NA gerechtigd is tot bewoning van een zelfstandige woning uit het woningbezit van NA in de Bijlmermeer te Amsterdam en tevens op het adres van die woning is ingeschreven in het bevolkingsregister van de gemeente Amsterdam;
- b)
- stadsvernieuwingskandidaat:
de huurder die op de peildatum een woning huurt en die zijn of haar woning moet verlaten als gevolg van sloop of verbetering van zijn woning in het kader van de vernieuwing van de Bijlmermeer en die voldoet aan de omschrijving van dit begrip in artikel 2.4.1, eerste lid en onder b, van de Huisvestingsverordening van de gemeente Amsterdam;
- c)
- betaalbare huurprijs:
een huurprijs die zodanig is dat de huurder recht heeft op individuele huursubsidie, voor zover het inkomen daar aanleiding toe geeft;
- d)
- passende woning:
een woning met hetzelfde aantal kamers als de woning die de huurder moet verlaten in het kader van de vernieuwing van de Bijlmermeer, tenzij dit vanwege passendheidsvoorschriften van de regeling huursubsidie of vanwege de bepalingen in de huisvestingsverordening van de gemeente Amsterdam niet mogelijk is. Dan wel een woning met meer kamers indien de omvang van het huishouden dat vereist. In het laatste geval moet uitgegaan worden van de passendheidscriteria van het cluster Archipel;
- e)
- peildatum:
Een door NA en/of de gemeente vastgestelde datum, waarop de huurder stadsvernieuwingskandidaat wordt of het recht verwerft op een tegemoetkoming in de kosten van herinrichting. In het geval van herhuisvesting ligt de datum minimaal twaalf maanden voor de sloopdatum zoals vastgesteld in het sloopbesluit dan wel 12 maanden voor de aanvang van de werkzaamheden tot ingrijpende verbetering.
Artikel 1. ALGEMEEN
- 1.1
- Het sociaal statuut treedt in werking met ingang van 12 juli 2000. Er zal jaarlijke een evaluatie plaatsvinden. Zo nodig wordt het sociaal statuut in gezamenlijk overleg aangepast.
- 1.1
- Slechts huurders in de zin van dit statuut kunnen een beroep doen op de rechten die in dit statuut worden toegekend.
- 1.2
- Dit statuut kan niet aan NA worden tegengeworpen voor zover NA het niet kan uitvoeren wegens strijd met wet- of regelgeving. In het bijzonder de Huisvestingswet en de Huisvestingsverordening van de gemeente Amsterdam. Dit geldt zowel ten aanzien van wet- en regelgeving die geldt op het moment van inwerkingtreding van dit statuut als ten aanzien van wet- en regelgeving die nadien in werking treedt.
Artikel 2. PROCEDURE BIJ INGRIJPENDE VERBETERING EN SLOOP
- 2.1
- Onderstaande procedure geldt voor stadsvernieuwingskandidaten.
- 2.2
- De verhuurder neemt per (deel van een) complex een sloopbesluit en stelt daarin een sloopdatum vast. De periode tussen het sloopbesluit en de geplande sloopdatum is 18 maanden of langer.
- 2.3
- Het sloopbesluit wordt zo spoedig mogelijk doch minstens 18 maanden voor de geplande sloopdatum, schriftelijk aan de huurders van de woningen waarop het sloopbesluit betrekking heeft, meegedeeld. Daarbij worden deze huurders direct op de hoogte gesteld van de rechten die zij kunnen ontlenen aan dit sociaal statuut.
- 2.4
- In opdracht van NA gaat een medewerker vanaf 18 maanden tot uiterlijk 12 maanden voor de geplande sloopdatum op huisbezoek bij de huurders. De termijn van 12 maanden kan korter zijn in het geval van uitplaatsing van kleine aantallen woningen. Doel van dit bezoek is:
- a.
- De huurder te informeren over de procedure in het kader van het sloopbesluit.
- b.
- De huurder te informeren over zijn rechten en plichten, mede op basis van dit sociaal statuut.
- c.
- Het inventariseren van de woonwensen van de huurder en het aangeven van de mogelijkheden daaraan tegemoet te komen.
- d.
- Het verhelderen van de procedure voor woningtoewijzing en het vaststellen van het 'zoekprofiel' voor een andere woning op basis van het aantal personen, inkomen, leeftijd e.d.
- e.
- Het inventariseren van door de huurder zelf aangebrachte voorzieningen in de woning, voor zover van toepassing.
- f.
- Het inventariseren van mogelijke knelpunten bij de huurder. Alle afspraken gemaakt tijdens de individuele huisbezoeken worden schriftelijk vastgelegd en bevestigd.
- 2.5
- Nadat de huurder een keuze heeft gemaakt tussen herhuisvesting in een woning van Nieuw Amsterdam of een woning elders, heeft hij te maken met een vaste contactpersoon voor de herhuisvesting.
- 2.6
- De huurprijs van de te slopen woningen wordt vanaf de peildatum bevroren. De peildatum ligt minimaal 12 maanden vóór de geplande sloopdatum.
- 2.7
- De huurder die de huurovereenkomst opzegt met ingang van een datum gelegen vóór de peildatum, dient de woning op te leveren in de staat waarin hij het heeft aanvaard zulks overeenkomstig de artikelen 7A:1598 en 7A:1599 van het Burgerlijk Wetboek, behoudens voor zover daarvan mocht zijn afgeweken in de huurovereenkomst.
- 2.8
- Huurders die het huurcontact opzeggen ná de peildatum dienen de woning veilig, met de volledige uitrusting (bijvoorbeeld sanitair, radiatoren deuren etc.) en bezemschoon achter te laten.
- 2.9
- De verhuurder kan de woning vanaf de datum van het sloopbesluit verhuren op basis van een huurovereenkomst voor bepaalde tijd.
- 2.10
- Per complex, ten aanzien waarvan een sloopbesluit is genomen, zal NA met de bewonersvertegenwoordiging overleggen of en zo ja, in welke vorm en onder welke condities NA huurovereenkomsten voor bepaalde tijd aangaat. NA meldt aan de Bijlmer Bewonersraad het voornemen tot tijdelijke huisvesting.
Artikel 3. HERHUISVESTING BIJ INGRIJPENDE VERBETERING EN SLOOP
- 3.1
- Stadsvernieuwingskandidaten hebben vanaf de peildatum voorrang boven andere woningzoekenden bij de toewijzing van door verhuizing vrijkomende en voor verhuur beschikbare woningen van NA. De voorrang geldt voor bepaalde, vooraf per sloopcomplex aangewezen, complexen. Voor andere complexen concurreren de huurders met andere stadsvernieuwingskandidaten.
- 3.2
- Stadsvernieuwingskandidaten, die aantoonbaar langer dan twee jaar in de Bijlmer hoogbouw wonen, hebben - wanneer zij in aanmerking komen voor nieuwbouw - vanaf de peildatum voorrang bij toewijzing van nieuw gebouwde huurwoningen, eigendom van NA. De toewijzingsregels voor nieuwe koopwoningen worden opgesteld door de gemeente.
- 3.3
- Een stadsvernieuwingskandidaat die in het verleden vanwege sloop is gehuisvest in een hoogbouwwoning van NA die in de toekomst zal worden gesloopt (en die op dat moment redelijkerwijs niet kon weten dat zijn woning mogelijk in de toekomst zou worden gesloopt), heeft recht op:
- -
- De woonduur die hij had op het moment dat hij voor het eerst werd uitgeplaatst;
- -
- De hoogste urgentie bij de toewijzing van een andere woning door NA;
- 3.4
- Voor stadsvernieuwingskandidaten geldt op grond van de Huisvestingsverordening van de gemeente Amsterdam een voorrangsregeling, een en ander overeenkomstig de regels en voorwaarden die de Huisvestingsverordening stelt. Deze voorrangsregeling geldt ook voor toewijzing van vrijkomende woningen buiten het woningbezit van NA.
- 3.5
- Voorrang bij herhuisvesting geldt ook voor stadsvernieuwingskandidaten die hun woningen hebben moeten verlaten vanwegen ingrijpende verbetering. Daarnaast hebben deze stadsvernieuwingskandidaten het recht op terugkeer in hun woning of in het complex waartoe die woning behoorde, tenzij dat (bijvoorbeeld door wijziging van het type woning) niet mogelijk is.
- 3.6
- Bij de toewijzing van woningen van NA gelden de normen die jaarlijks worden vastgesteld. Een overzicht van de geldende normen is opgenomen als bijlage bij dit statuut.
- 3.7
- De kosten van inschrijving van de huurder als woningzoekende bij NA of één van de Amsterdamse clusters van woningcorporaties zijn voor rekening van NA. Ook de kosten voor een abonnement op de woningkrant van (één van) de clusters van woningcorporaties zijn voor rekening van NA.
- 3.8
- Wanneer een stadsvernieuwingskandidaat twee maanden vóór de sloopdatum nog geen woning heeft gevonden buiten het woningbezit van NA, dan zal NA hem een passende woning in de hoogbouw aanbieden die zoveel mogelijk overeenkomt met het opgegeven zoekprofiel. Nieuw Amsterdam doet maximaal twee aanbiedingen. De laatst aangeboden woning zal zonodig, in afwachting van de ontruimingsprocedure, voor de huurder worden gereserveerd.
- 3.9
- De volgende huurders komen niet in aanmerking voor een nieuwbouwwoning van NA:
- -
- Huurders die in de twee jaar vóór de peildatum aantoonbaar ernstige overlast hebben veroorzaakt;
- -
- Huurders die op of na de peildatum een verwijtbare huurschuld hebben; Onder huurschuld wordt in dit verband verstaan iedere achterstand in de betaling van de huurprijs die niet is voldaan na eerste sommatie van of namens NA;
- 3.10
- NA informeert de huurders minimaal vier maanden vóór de peildatum over het bepaalde in artikel 3.9. Huurders krijgen aldus de gelegenheid hun achterstand tijdig ongedaan te maken.
Artikel 4. VERGOEDINGEN VOOR VERHUIS- EN HERINRICHTINGSKOSTEN
- 4.1
- Stadsvernieuwingskandidaten die op de peildatum huurder zijn van een woning ten aanzien waarvan een sloopbesluit is genomen hebben recht op een financiële tegemoetkoming in de verhuis- en herinrichtingskosten, zoals vastgelegd in de betreffende gemeentelijke verordening (de tegemoetkoming bedraagt f 8.000,- ten tijde van het opstellen van dit statuut)
- 4.2
- Dubbele huurlasten voor stadsvernieuwingskandidaten worden op de volgende wijze voorkomen:
- a.
- Bij verhuizing naar een andere woning van NA in de Bijlmermeer eindigt de huurbetalingsverplichting op de dag vóór de ingang van de huurbetaling voor de nieuwe woning.
- b.
- In overige gevallen geldt voor de huurder een opzeggingstermijn van 0 dagen. Na de dag waartegen is opgezegd krijgt de huurder een maand de tijd om te verhuizen tenzij de sloopdatum een kortere verhuistermijn noodzakelijke maakt.
- 4.3
- Het recht op een verhuiskostenvergoeding conform 4.1.a vervalt als de huurder de woning niet op de geplande sloopdatum heeft verlaten, tenzij dit aantoonbaar niet zijn schuld is.
- 4.4
- Eventuele vorderingen van NA op de huurder worden verrekend met de tegemoetkoming in de verhuis- en herinrichtingskosten.
- 4.5
- Wanneer een huurder een woning betrekt van NA, dan brengt NA de eerste maandhuur en een eventuele waarborg voor de woning in mindering op de uit te keren tegemoetkoming in de verhuis- en herinrichtingskosten.
Artikel 5. VERGOEDINGEN VOOR ZELF AANGEBRACHTE VOORZIENINGEN (ZAV)
- 5.1
- Huurders die zelf voorzieningen in hun woning hebben aangebracht, mogen deze uit de woning verwijderen en meenemen, onverminderd hun verplichting om de woning op te leveren in de staat als bedoeld in de artikelen 2.7 en 2.8.
- 5.2
- Een stadsvernieuwingskandidaat die als gevolg van voorgenomen sloop of woningverbetering zijn woning moet verlaten, heeft recht op een vergoeding voor zelf aangebrachte voorzieningen, voor zover:
- -
- de voorzieningen door de huurder zijn aangebracht met schriftelijke toestemming van de verhuurder; en
- -
- de voorzieningen zijn aangebracht vóór de peildatum en in ieder geval vóór 1 januari 2001
- -
- de voorzieningen aard- en nagelvast zijn en zich bevinden in keuken, toilet of badkamer; en
- -
- de voorzieningen volgens het woningwaarderingssysteem een verbetering van de woning betekenen cq voorzieningen zijn voor minder validen; en
- -
- de materiaalkosten met inkoopbonnen kunnen worden aangetoond; en
- -
- de dagwaarde van alle in aanmerking komende voorzieningen op de peildatum gelijk is aan of hoger is dan f 1.000,-, uitgaande van een afschrijving op de nieuwwaarde van 10% per jaar; en
- -
- de voorzieningen in technisch goede staat verkeren.
- 5.3
- De totale vergoeding betreft alleen materiaalkosten en komt overeen met de dagwaarde op de peildatum en bedraagt minimaal f 1.000,- en maximaal f 3.000,-.
Artikel 6. REGELING MET BETREKKING TOT WISSELWONINGEN
- 6.1
- Stadsvernieuwingskandidaten voor wie niet tijdig vóór de sloopdatum een passende en betaalbare woning beschikbaar is gesteld, hebben recht op een wisselwoning tot het moment dat er een passende en betaalbare woning beschikbaar is.
- 6.2
- Indien een huurder tijdens de verbetering van de woning, zonder dat hij in verband met de woningverbetering de woning definitief hoeft te verlaten, tijdelijk niet in de woning kan verblijven, dan heeft hij recht op een wisselwoning gedurende de tijd dat verblijf in de woning niet mogelijk is.
- 6.3
- Indien de huur van de wisselwoning hoger is dan de huur van de oude woning, geldt de huur van de oude woning als huur van de wisselwoning.
- 6.4
- NA zorgt ervoor dat de wisselwoning schoon, gestoffeerd en gesausd of behangen beschikbaar komt en is voorzien van verwarming. Onder gestoffeerd wordt in dit verband verstaan: voorzien van vloerbedekking en gordijnen.
- 6.5
- Huurders als omschreven in artikel 6.1 hebben naast de vergoeding voor verhuis- en inrichtingskosten voor de verhuizing naar hun definitieve woning recht op een extra tegemoetkoming in de verhuiskosten van f 2.500 in verband met de verhuizing naar de wisselwoning.
Artikel 7. REGELING BIJ GROOT ONDERHOUD/VERBETERING IN BEWOONDE STAAT
- 7.1
- Huurders van woningen die in bewoonde staat worden verbeterd of groot onderhoud ondergaan, hebben voorrang bij doorstroming naar woningen die al zijn verbeterd. In rangorde komen zij na de stadsvernieuwingskandidaten.
- 7.2
- Huurders van wie de woning groot onderhoud ondergaat of wordt verbeterd in bewoonde staat, hebben recht op de desbetreffende vergoedingen zoals omschreven in de gemeentelijke verordening "Vaststelling Financiële Tegemoetkoming aan Bewoners In Verhuis- en Herinrichtingskosten 1997". Voorwaarde is dat zij de woning bewonen op de peildatum
- 7.3
- Bij woningverbetering in bewoonde staat kunnen huurders met een medische urgentie in aanmerking komen voor een herhuisvestingstraject en daarmee samenhangend voor een tegemoetkoming in de verhuis- en herinrichtingskosten zoals in het geval van sloop. Zij komen niet in aanmerking voor een nieuwbouwwoning doch slechts voor een hoogbouwwoning.
Medisch urgent in dit verband zijn huurders waarvan de gezondheidstoestand zodanig is dat zij de woningverbetering niet aankunnen, of huurders waarvan de bereikbaarheid vanwege hun gezondheidstoestand gegarandeerd moet zijn.
Iemand wordt als medisch urgent aangemerkt op basis van een beoordeling door de GG&GD of een erkend arts, die niet de eigen huisarts is van betreffende huurder. Vervolgens bepaalt NA wanneer een medisch urgente in het herhuisvestingstraject gaat. De huurder ontvangt een tegemoetkoming in de verhuis- en herinrichtingskosten van f 8.000 gulden.
- 7.4
- Wanneer tijdens de werkzaamheden schade wordt toegebracht aan het interieur wordt deze schade door NA vergoed of hersteld.
- 7.5
- Als werkzaamheden gevolgen hebben voor zelfaangebrachte voorzieningen, wordt daarvoor per project een regeling getroffen.
- 7.6
- De verhuurder sluit na overleg met de bewonersorganisatie een gedragscode af met de aannemer. De verhuurder blijft de aanspreekbare instantie voor bewoners(organisaties).
- 7.7
- De verhuurder geeft de huurder inzage in de aard en termijn van de overlast en probeert deze zoveel mogelijk te beperken. Als de gestelde termijn wordt overschreden geeft de verhuurder direct informatie over de oorzaak daarvan en zorgt hij voor een nieuwe planning.
- 7.8
- Bij renovatie wordt in de aanneemovereenkomst een planning opgenomen, waarin staat welke werkzaamheden op welk moment aan de orde komen. Voordat de planning wordt vastgesteld, vindt over dit onderwerp overleg plaats met de vertegenwoordigers van de huurders in het ontwerpteam of bouwteam.
Wanneer bij renovatie werkzaamheden in de woning of op het balkon plaatsvinden, dan wordt de betreffende huurder hiervan uiterlijk 4 weken van tevoren op de hoogte gesteld.
- 7.9
- Tijdens de werkzaamheden is een medewerker van de verhuurder bereikbaar tot wie huurders met klachten, vragen en problemen zich kunnen wenden.
- 7.10
- Vóór de start van de werkzaamheden sluit de verhuurder met de huurder een overeenkomst waarin staat wat er in de woning gaat gebeuren en welke gevolgen dit zal hebben voor de huurprijs. Verbeteringen die gepaard gaan met huurverhoging kunnen alleen met instemming van de huurder plaatsvinden.
Artikel 8. REGELING BIJ VERKOOP
- 8.1
- Huurders van voor verkoop bestemde woningen zijn niet tot koop verplicht. Zij kunnen de woning blijven huren tot ze besluiten te verhuizen of de woning alsnog te kopen. Pas bij het vrijkomen van de woning wordt deze aan andere geïnteresseerden te koop aangeboden.
- 8.2
- De huur van voor verkoop bestemde woningen wordt bij de jaarlijkse huurverhoging niet extra verhoogd, maar vastgesteld op grond van criteria die ook voor de andere woningen van NA gelden.
- 8.3
- NA geeft alle huurders van voor verkoop bestemde woningen de daarover noodzakelijke voorlichting en geeft hen de gelegenheid op een bijeenkomst voor potentiële kopers vragen te stellen. Er wordt tenminste éénmaal een voorlichtingsbijeenkomst gehouden waarop een externe deskundige informatie geeft over de gevolgen van eventuele aankoop van de woning.
- 8.4
- NA hanteert bij de verkoop de modelregeling voor verkoop van huurwoningen 1998, zoals opgesteld door Aedes vereniging van woningcorporaties en de Vereniging Eigen Huis.
- 8.5
- De waarde van zelf aangebrachte verbeteringen speelt geen rol in de verkoopprijs.
- 8.6
- De prijs van de woning voor de zittende huurder wordt vastgesteld op minimaal 90% van de vrije verkoopwaarde.
- 8.7
- NA verkoopt de woning zonder gebreken aan de zittende huurder, voor zover het de gebreken betreft die op grond van de huurovereenkomst voor rekening van de verhuurder komen.
- 8.8
- De verhuurder geeft de potentiële koper inzage in de onderhoudsplanning voor de komende tien jaar.
- 8.9
- Bij verkoop van appartementen in een woningcomplex worden afspraken gemaakt over de samenwerking tussen huurders, kopers en de verhuurder op het gebied van leefbaarheid, onderhoud aan het complex en servicekosten.
Artikel 9. MAATREGELEN TER BEVORDERING VAN DE LEEFBAARHEID
- 9.1
- Partijen zetten zich ten tijde van sloop in voor de leefbaarheid van buurten en complexen.
- 9.2
- Om de woningen er zo bewoond mogelijk uit te laten zien, worden gordijnen van vertrekkende huurders overgenomen of zorgt de verhuurder voor andere maatregelen. Post wordt opgeruimd, voortuintjes worden bijgehouden en portieken worden schoongemaakt.
- 9.3
- NA zorgt waar nodig voor afvoer van afval en huisraad, eventueel door het plaatsen van containers.
- 9.4
- In geval van overlast maakt de verhuurder afspraken met politie en gemeentereiniging over extra inzet van personeel om de veiligheid te waarborgen en vervuiling tegen te gaan.
- 9.5
- Huurders van complexen die op wat voor wijze last ondervinden van sloop of renovatie van andere complexen worden regelmatig op de hoogte gehouden van de werkzaamheden, de planning en de mogelijke overlast.
- 9.6
- Nieuw Amsterdam is voor klachten over technische zaken in haar gebouwen en voor het melden van ernstige overlast of calamiteiten op de bouwplaats via haar telefoonnummer voor onderhoudsklachten permanent bereikbaar.
Voor vragen en het melden van minder urgente klachten aangaande de leefbaarheid kunnen huurders gebruikmaken van de reguliere inloopspreekuren. Tevens is de verhuurder tijdens kantooruren telefonisch bereikbaar.
Artikel 10. DIENSTVERLENING EN EXTRA VOORZIENINGEN TEN BEHOEVE VAN HUURDERS
- 10.1
- NA houdt in het betrokken gebied in de periode van de uitplaatsing van huurders en tijdens de uitvoering van flatrenovatie regelmatig een spreekuur waar huurders terechtkunnen met vragen over alles wat te maken heeft met dit sociaal statuut.
- 10.2
- NA zal de huurders behulpzaam zijn bij procedures en regelingen bijvoorbeeld bij de aanvraag van huursubidie voor de nieuwe woning.
- 10.3
- De verhuurder draagt zorg voor de eindopname van gas en elektra. De huurder dient het formulier te ondertekenen en ontvangt een kopie.
- 10.4
- Aanpassingen voor gehandicapten worden in beginsel onder verantwoordelijkheid van de Stedelijke Woningdienst overgebracht of opnieuw aangebracht in de nieuwe woning. De huurder doet hierbij een aanvraag bij de Stichting Tot en Met. NA kan zonodig een bemiddelende rol spelen. Als het niet lukt de woning tijdig gereed te maken dan kan de gehandicapte huurder, na ondertekening van het nieuwe contract, gratis in de oude woning blijven wonen, tot de aanpassingen in de nieuwe woning aangebracht zijn, voor zover de sloopplanning dit toelaat.
Wanneer de wachttijd voor het aanbrengen van aanpassingen te lang is in verband met de sloopdatum, of ongewenst is in verband met sociale omstandigheden van de gehandicapte, dan zal NA de voorzieningen aanbrengen en (voor)financieren. Het risico ligt hierbij bij NA.
- 10.5
- Oudere huurders (60 plussers) en minder validen kunnen in het geval van woningverbetering in bewoonde staat en in geval van verhuizing vanwege sloop - indien zij dat wensen - voor het uitvoeren van kleine klusjes tot een maximum aantal uren gratis gebruik maken van de klussendienst die werkt onder verantwoordelijkheid van de corporatie. Voor dit doel ontwerpen NA en de Bewonersraad een voucher-regeling.
- 10.6
- Bij gebleken behoefte daaraan gaat de verhuurder na of een klussendienst mogelijk is die alle huurders tegen een redelijke vergoeding van dienst kan zijn bij werkzaamheden rond de verhuizing.
Artikel 11. PARTICIPATIE
- 11.1
- NA en de Bewonersraad Bijlmermeer zijn van mening dat de bestaande participatiereglementen van NA genoegzaam voorzien in mogelijkheden voor overleg tussen de huurders en NA over het verloop van de vernieuwingsactiviteiten en al hetgeen die activiteiten met zich meebrengen voor de huurders.
- 11.2
- Bewonerscommissies en -verenigingen die behoefte hebben aan extra financiële ondersteuning in het kader van de vernieuwingsactiviteiten kunnen hiertoe via het bestuur van de Bewonersraad een verzoek indienen bij NA.
Artikel 12. COMMUNICATIE EN PLANNING
Het Stadsdeel Zuidoost, de gemeente Amsterdam en Nieuw Amsterdam maken gezamenlijk een Plan van Aanpak voor de D-buurt inclusief Frissenstein Noord, de E-buurt plus Geldershoofd, K-Zuid en H-Zuid inclusief Heesterveld. Dit Plan van Aanpak bevat een herhuisvestingsplanning voor de nog te slopen (delen van) complexen. De planning beschrijft per jaar de verwachte vraag en het verwachte aanbod aan woningen in de Bijlmermeer. De verhuisbewegingen en de stand van zaken per complex worden door middel van monitoring bijgehouden en twee maal per jaar besproken tussen Nieuw Amsterdam en de Bijlmer Bewonersraad.
De voortgang van de vernieuwingsprojecten en hun onderlinge samenhang wordt eveneens tenminste twee maal per jaar besproken tussen Nieuw Amsterdam en de Bijlmer Bewonersraad.
Artikel 13. SPIJTOPTANTEN
Huurders die als gevolg van de sloop van hun woning een nieuwe woning buiten de Bijlmermeer hebben aanvaard en die niet kunnen aarden in hun nieuwe woonomgeving, kunnen gedurende een jaar na beëindiging van het huurcontract bij NA een aanvraag indienen voor terugkeer naar een hoogbouwwoning in de Bijlmermeer. Zij krijgen in dat geval voorrang boven niet-stadsvernieuwingsurgenten en betalen geen inschrijfgeld.
Artikel 14. HARDHEIDSCLAUSULE
- 14.1
- Als dit statuut voor een huurder gevolgen heeft die voor hem of haar aanzienlijk ongunstiger zijn dan voor andere huurders, kan deze persoon een beroep doen op de hardheidsclausule en de verhuurder verzoeken in zijn of haar geval van het sociaal statuut af te wijken. De verhuurder neemt over dit verzoek binnen 30 dagen een beslissing. Deze wordt schriftelijk en met redenen omkleed aan de betreffende huurder meegedeeld.
- 14.2
- De verhuurder legt een dossier aan van beroepen op de hardheidsclausule en bijbehorende besluiten. Dit dossier speelt een rol in de evaluatie van dit sociaal statuut.
Artikel 15. SOCIAAL FONDS
- 15.1
- Er is en sociaal fonds waarin NA een van tevoren te bepalen bedrag zal storten.
- 15.2
- Huurders die in (financiële) problemen zijn kunnen bij een speciaal voor dit doel ingestelde commissie Sociaal Fonds een aanvraag indienen voor een bijdrage uit dit fonds onder voorwaarde dat:
- -
- de huurder op de peildatum een te slopen woning huurt;
- -
- de financiële problemen het directe gevolg zijn van een verhuizing die noodzakelijk is in verband met sloop of woningverbetering als bedoeld in dit statuut en verband houden met bijzondere omstandigheden die redelijkerwijs niet aan aanvrager kunnen worden tegengeworpen;
- -
- de aanvraag om een bijdrage wordt gedaan binnen één maand na de verhuisdatum.
- 15.3
- De commissie Sociaal Fonds bestaat uit drie leden. Eén lid wordt aangewezen door de Bijlmer Bewonersraad. Eén lid wordt aangewezen door NA. Het derde lid wordt aangewezen door de hiervoor bedoelde twee leden.
- 15.4
- Bijdragen uit het sociaal fonds worden slechts gedaan voor zover het in het fonds gestorte bedrag dat toelaat.
- 15.5
- De uitspraak van de commissie Sociaal Fonds is bindend en niet vatbaar voor beroep.
Artikel 16. GESCHILLENREGELING
Geschillen die voortvloeien uit de toepassing, uitvoering en/of interpretatie van dit sociaal statuut kunnen door de huurder schriftelijk en gemotiveerd worden voorgelegd aan de Klachtencommissie van NA.