Ik ben boos en bezorgd, en ik wil u graag vertellen waarom. Ik doe dat via deze open brief, omdat ik anderen ook van mijn verontrusting deelgenoot wil maken.
Ik dacht dat de ellende begon toen we ons voor de Bijlmermeer leerden schamen. Toen we ons stadsdeel Zuidoost gingen noemen en met ons eigen onvermogen werden geconfronteerd. Toen de gezamenlijke woningcorporaties besloten de hoogbouw aan Nieuw Amsterdam te geven en de bruidsschat te klein bleek. Toen daardoor het beheer in elke flat eenduidig slecht werd, de hoogbouw door achterstallig onderhoud verloederde en de bewoners de schuld kregen.
Ik dacht dat het toen allemaal begonnen was. Maar in werkelijkheid begon de ellende pas goed toen men met de vernieuwingsplannen kwam. Vernieuwingsplannen met als doel flatgebouwen, verhoogde dreven en armlastige bewoners met een oprotpremie van zevenduizend gulden min oude huurschuld voorgoed te laten verdwijnen. Het begon met de plannen van de Bijlmer Vernieling, zoals het in de volksmond heet.
En daar, mevrouw Belliot, zouden we het over moeten hebben: deugen deze plannen nu eigenlijk wel of moeten ze een halt toegeroepen worden. En daarom was ik afgelopen donderdag bij u in de raadszaal aanwezig. En toen kwam ik er achter dat de werkelijke ellende begint als bewoners tegen elkaar worden opgezet. Als zwart-wit discussies gevoerd worden om racisme te voeden.
Ik schrok me afgelopen donderdag wezenloos. Men maakte elkaar in de raadszaal voor racist uit. Een aantal witte mensen op de tribune maakte zichzelf belachelijk door discriminerende en racistische opmerkingen. Met hen wil ik niets te maken hebben, dus daar distantieer ik me bij deze van. Ik op mijn beurt werd veroordeeld omdat ik als witte een andere mening heb over de vernieuwingsplannen en in een koopflat woon. Door wie zijn deze mensen opgehitst om zich als domme racisten te gedragen? Er werd geschreeuwd, verontwaardigingen geuit, gekwetstheid getoond, maar er werd niet ingegrepen, slechts tot stilte gemaand. Wij kennen elkaar mevrouw Belliot, u weet waar ik voor sta, en ik ben diep teleurgesteld.
Ik had graag mijn mening laten horen over dat waar het werkelijk om ging: het Plan van Aanpak Grubbehoeve/Grunder. Wegens vakantie kon ik januari de raad helaas niet toespreken. Ook deze gedenkwaardige donderdag kon niet, want voor nieuwe insprekers was geen plaats. Slechts op verzoek van de raad kon aan vorige sprekers een toelichting op hun tekst worden gevraagd. Uiteraard mits de voorzitter daarom vroeg. En een toelichting is iets anders dan het indienen van een petitie. Dus het was buiten de orde dat mevrouw Lieveld uit Geldershoofd namens bewoners uit Grunder en Grubbehoeve plots wel het woord kreeg. Waarom de één het recht ontnemen en de ander wel toekennen, vraag ik u. Hoe kunt u dit goedpraten? Waarom greep u niet in mevrouw Belliot, en waarom staat u in uw raadszaal racisme toe? Weet u wel hoe gevaarlijk het is als racisme een kans krijgt. Dat een samenleving daaraan kapot gaat. Dat mensen onnodig worden gekwetst. Waarom komt u niet eerlijk voor de dag met uw mening? Waar bent u bang voor? De Vernieuwing Bijlmermeer bouwt niet voor kansarmen, maar verjaagt ze uit de wijk. Huurwoningen worden afgebroken om plaats te maken voor economisch draagkrachtige Almere-liefhebbers. En voor de mensen die hier nu wonen is straks geen plaats meer. En vooral deze mensen, mevrouw Belliot, hebben op u gestemd. Omdat ze vertrouwen in u hadden. Schaamt u zich niet, ook niet een heel klein beetje?
Karin Moor, 14 februari 2001